Griekse aardbeienplantages worden voornamelijk bediend door migranten uit Bangladesh. Ze blijven daar jarenlang en verdienen de kost in een vreselijke, onmenselijke omgeving.
Elk jaar, van oktober tot mei, werken er tot 12 duizend op de Griekse landbouwarbeidsmarkt, voornamelijk op aardbeienplantages.
Boerenmigranten zeggen dat boeren grote winsten maken door hen geen fatsoenlijke huisvesting te willen bieden. Als gevolg hiervan worden arbeiders gedwongen ongebruikte landbouwgrond te huren en tijdelijke hutten te bouwen, die ze "barangays" noemen.
Woonblokken bestaan uit verschillende soorten afval, plastic, bamboestokken, karton, waardoor ze zeer levensbedreigend zijn, omdat ze niet alleen werknemers niet kunnen beschermen tegen slechte weersomstandigheden, maar ook gemakkelijk brandbaar zijn.
Griekenland is de 10e grootste aardbeienexporteur ter wereld en het is een zeer intensieve teelt. Na de oogst gaan de vruchten snel achteruit. Daarom moeten aardbeien snel en accuraat worden opgehaald, waarvoor meer mensen nodig zijn. Buurtbewoners willen dergelijk werk niet doen, dus migranten vormen de ruggengraat van deze landbouwproductie.
Boeren maken alleen enorme winsten door ongeschikte huisvesting te huren voor arbeidsmigranten. Bovendien werken arbeiders zonder contract en in geval van niet-betaling van huur, werd ze zelfs lastiggevallen en geïntimideerd door de lokale politie.
Arbeidsmigranten sterven regelmatig bij frequente branden in brandbare barangays, waar geen stromend water, elektriciteit of sanitair is.
In juni 2018 brak er een grote brand uit in een migrantennederzetting in Nea Manolada, die alle mensen daar verteerde. Meer dan 340 Bengaalse arbeiders verloren alles wat ze hadden. In dezelfde regio braken in 2019 zeven branden uit.